Het GFSI, maar ook de NVWA, schrijven voor dat voedselveiligheidsstandaarden criteria moeten bevatten om risico’s op voedselfraude te beperken, willen zij deze accepteren. Vandaar dat dit onderwerp voortaan een vast onderdeel moet zijn van het risicomanagementsysteem van bedrijven in de foodsector.
We staan nu aan het begin van deze ontwikkelingen. Net zoals bij voedselveiligheid, waarbij het vele jaren duurde voordat de HACCP-systemen bij bedrijven een zekere volwassenheid bereikten, zullen we ook voor voedselfraude een dergelijk ontwikkeltraject doormaken. Dat zien we nu al bij de scopedefinitie van dit onderwerp: daar waar de GFSI zich beperkt tot fraude met een gezondheidsrisico, verwachten voedselveiligheidsschema’s als BRC, IFS en FSSC 22000, dat alle soorten van voedselfraude worden meegenomen voor het vaststellen van beheersmaatregelen.
Fraude is altijd een bewuste handeling om te misleiden. In de praktijk kunnen we ook andere verschijnselen tegenkomen met een vergelijkbaar effect. Het gaat dan bijvoorbeeld om verkeerde handelingen door onwetendheid, gemakzucht of onzorgvuldigheid, waarbij men zich niet bewust is van het gevolg en niet per se een economisch voordeel nastreeft. Dit kan echter, zeker wanneer daardoor het product niet meer aan de specificaties voldoet, door de buitenwereld ook worden beschouwd als fraude.
Afnemers verwachten dat producten altijd aan de specificaties voldoen en dat de productintegriteit steeds is gewaarborgd. De definitie van productintegriteit die Albert Heijn bij haar Product Integrity Audit (PIA) hanteert is: “De garantie dat het product volledig voldoet aan wat is gecommuniceerd en wat mag worden verwacht.” Daarmee wordt de reikwijdte van onze kwaliteitssystemen gedefinieerd: het gaat niet alleen om mogelijke fraude in de supply chain, maar ook om alle interne processen, werkwijzen en communicatie die de productintegriteit beïnvloeden.
De methode om productintegriteit te beheersen heet Vulnerability Assessment and Critical Control Points (VACCP). Het is, net als bij HACCP, een systematische manier om gevaren (vulnerabilities) te identificeren, risico’s te analyseren, controlepunten te benoemen en beheersmaatregelen vast te stellen. Daarbij gaat het om alle mogelijke risico’s voor de productintegriteit als gevolg van bewust of onbewust handelen. Het omvat de supply chain en alle eigen bedrijfsprocessen: van marketing & sales tot planning & inkoop, van producthandling tot datahandling, inclusief communicatie via databases, websites en verpakkingen.
Ahold Delhaize heeft haar eigen PIA-standaard. De IFS ontwikkelt in samenwerking met enkele Nederlandse retailers de IFS PIA. Afnemers verwachten dat u dit onderwerp serieus neemt. Hebt u al een manager productintegriteit aangesteld?