Oliebollen

Door Marise Hop

Lees meer

Tijdens de jaarwisseling is het tijd voor vuurwerk, gezelligheid, maar ook voor oliebollen. De een bakt ze het liefst zelf, de ander haalt ze bij de bakker, de kraam op de hoek of in de supermarkt. Altijd al benieuwd geweest naar het verhaal achter de oliebol? Wil je weten waar je op moet letten als je zelf oliebollen bakt en wil je de tip waar je de beste oliebol kunt kopen? Lees dan snel verder!

De geschiedenis van de oliebol

Er doen verschillende verhalen de ronde over de geschiedenis van de oliebol. Naar het schijnt stamt de oliebol van de oliekoek af. Het oudste verhaal vertelt dat oliekoek bestond uit voedsel dat met meel werd omhuld en daarna in olie gebraden. De oliekoek had als doel bescherming te bieden tegen het zwaard van de godin Perchta. Het consumeren van het vette goedje zou er voor zorgen dat haar zwaard van je lichaam zou glijden als ze probeerde je open te snijden.
Een ander verhaal is dat in de middeleeuwen oliekoeken werden gegeten ter afsluiting van de vastenperiode die begon met Sint Maarten, op 11 november, en duurde tot Kerstmis. De ingrediënten van oliebollen zijn houdbaar en bevatten relatief veel vet en calorieën, wat het een geschikt voedsel voor de winter maakte.

Vanaf de zeventiende eeuw nam de kwaliteit van de olie toe en ontstonden er nieuwe technieken voor het bereiden van een oliekoek, zoals frituren. Uiteindelijk werd de oliekoek een oliebol. Vandaag de dag is deze bolvormige lekkernij niet meer weg te denken rond de jaarwisseling.

Op dit moment zijn er tal van recepten te vinden voor het bereiden van oliebollen. Het begint allemaal bij de ingrediënten. Deze bestaan vrijwel standaard uit bloem, melk, boter, witte basterdsuiker, eieren, gist, frituurolie en zout. Rozijnen, krenten of stukjes appel zijn lekker om toe te voegen aan het beslag. Bij het consumeren van de oliebol wordt deze vaak met poedersuiker bestrooid. Iedere bakker van oliebollen – van hobbyist tot professional – heeft zo zijn eigen geheime tips voor ingrediënten, voorbereidingen of bakken, wat zorgt voor variatie in de oliebollen.

Op voedselveiligheidsgebied is het belangrijk om de kwaliteit van het frituurvet of -olie in de gaten te houden. In het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen (WBBL) staat in artikel 9, lid 1 beschreven dat het gehalte aan dimere en polymere triglyceriden (DPTG-gehalte) onder de 16% moet blijven. Vetdeeltjes aanwezig in het frituurvet of -olie worden bij hoge temperaturen afgebroken. De afgebroken vetdeeltjes binden zich aan andere aanwezige deeltjes en zo ontstaan lange ketens. Dit proces heet polymerisatie. Het DPTG-gehalte kan vastgesteld worden via chemische analyses. Het is ook mogelijk de polaire deeltjes te meten en dit om te rekenen naar het DPTG- gehalte.

Voor de hobbyisten-oliebakkers onder ons is het van groot belang het vet regelmatig te vervangen. Let hierbij op de kleur van de olie of het vet, de belletjesvorming in de olie of het vet, en de geur.

Blijf op de hoogte van trends en ontwikkeling

Abonneer op ons magazine

 

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

LinkedIn

Aanmelden

Verstuur